Selecteer een pagina

Vergrijzing

Nederland vergrijst

Nederland vergrijst, dat is genoegzaam bekend. Hoewel er nog geen gepaste reactie optreedt vanuit de geledingen waar dat verwacht zou kunnen worden, zoals overheid en politiek, spreken de feiten voor zich. In bijgaand grafiekje laat de CBS-Bevolkingsprognose zien dat het aantal 65-plussers enorm gaat toenemen. In 2012 waren er 2,7 miljoen mensen van boven de vijfenzestig, in 2041 zijn dat er naar verwachting 4,7 miljoen! Daarna blijft het redelijk stabiel tot aan 2060. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen, in de hoogste leeftijdsgroepen zijn ze dan ook oververtegenwoordigd. Vanaf 2025 gaat ook de geleidelijke stijging van het aantal 80-plussers in een grotere versnelling. In 2012 waren er 686.227 mensen van 80 jaar of ouder, in 2040 zal dat meer zijn dan het dubbele.

Dubbelde vergrijzing

We spreken van een dubbelde vergrijzing, omdat we meer oudere mensen krijgen, maar dat ze tegelijkertijd ook langer leven. De oorzaak voor de grote aanwas van ouderen ligt voor een deel in de piek die er direct na de Tweede Wereldoorlog was in de bevolkingsgroei. De babyboom. Er was weer vertrouwen in de toekomst én er heerste toen nog een taboe op de geboortebeperking. Dat laatste duurt tot de jaren 60, als de anticonceptiepil zijn intrede doet en de moraal rondom geboortebeperking geleidelijk aan verandert.

Wat de gemiddelde levensverwachting betreft:  van 1950 tot 2018 is de plus meer dan 10 jaar en de verwachting is dat er tot aan 2040 nog weer 5 jaar bijkomt. Dan zal die levensverwachting rond 86 jaar komen te liggen. Daarmee neemt ook de kans om erg oud te worden sterk toe. Het aantal mensen van 100 jaar en ouder zal tot aan 2040 bijna verviervoudigen. Gelukkig gebeurt dat allemaal in redelijke gezondheid, want het aantal gezonde jaren stijgt ook mee. In 2040 heeft een gemiddelde 65-jarige nog uitzicht op 14 jaar in goede gezondheid, 16 jaar zonder beperkingen en 21 jaar in totaal. Dit zijn overigens cijfers van voor de Covid-19-pandemie.

De vergrijzing is niet in heel Nederland hetzelfde. Er is ook een beweging van jongeren naar de stad, omdat ze daar studeren of omdat er meer te beleven is. Dit is een zelfversterkend fenomeen, waardoor de steden relatief jonger zijn dan de plattelandsgemeentes.

Bij het CBS zijn veel cijfers over de vergrijzing te zien.

Grijze druk

Een belangrijk begrip als het gaat om vergrijzing is de zogenaamde grijze druk: het ius de verhouding van het aantal mensen dat 65 plus is ten opzichte van de werkende bevolking. Tot aan 2040 stijgt deze tot 50% dat il zeggen één werkende op één gepensioneerde en daarna zakt het iets, maar blijft ruim boven de 40%. En dat blijft zo duren tot ver in 2100. Er is dus geen sprake van een tsunami, maar van een serieuze zeespiegelstijging.

Impact

De impact van deze getalsmatige ontwikkeling op de samenleving is nauwelijks voor te stellen. De betaalbaarheid en bemensing van de zorg wordt vaak als eerste probleem genoemd. Naast de zorg zal de vergrijzing ook het wonen en de woonomgeving treffen. De doorstroming op de woningmarkt, de plaatsen in verpleeghuizen, de groeiende groep mensen die alleen wonen, de forenzen wijken die ongeschikte zijn voor het wonen door ouderen zijn voorbeelden daarvan. Ook de arbeidsmarkt en breder in de economie zal men met deze problematiek te maken krijgen, enerzijds vanwege de onevenredige druk op de zorg, maar ook omdat in tal van beroepen een groot aantal mensen en daarmee ook vakmanschap verdwijnt zonder dat er nieuwe aanwas voor in de plaats komt. In de bouw bijvoorbeeld is dit probleem nu al tastbaar aanwezig.  Ook de sociale cohesie in de samenleving zal onder druk komen staan. Jong en oud zouden wel eens meer tegenover elkaar kunnen komen staan. De VN hebben niet voor niets het ageisme als een belangrijk probleem van de nabije toekomst bestempeld.

Ouderenbeleid of vergrijzingsbeleid

In de politiek of bij de overheid wordt het probleem van vergrijzing vooral geadresseerd als: wat moeten we met die ouderen? Zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de brede impact op de samenleving. Men spreekt dan van ouderenbeleid en onderzoekt bijvoorbeeld in woonkernen hoezeer de vergrijzing daar opspeelt, om het woonprobleem te inventariseren. Dat is duidelijk te lezen in de politieke akkoorden, zowel van oppositie als coalitie. Daar komt het woord vergrijzing letterlijk niet in voor.

Het zou wellicht slim zijn om meer integraal naar de impact te kijken en bijvoorbeeld in de gemeentes een vergrijzingsconsulent aan te stellen die alle terreinen van impact met elkaar verbindt en daar actie op onderneemt of entameert.