… en wat wordt gemist
In de nieuwsbrief van april presenteerde Team Ouder Worden 2040 het whitepaper ‘Gewaardeerd en betekenisvol, het hele leven lang’. Dit stuk beschrijft de negatieve beeldvorming over ouderen en ouder worden en de impact die dat heeft op het individu en de samenleving. Tevens wordt richting gegeven aan mogelijke oplossingen. Het is een degelijke analyse en mooie plannen, maar toch geeft het lezen ervan het gevoel dat er iets mist. Hier een poging om dat gevoel te duiden.
https://www.ouderworden2040.nl/wp-content/uploads/2021/05/Opmaak_Whitepaper_beeldvorming_ouderen.pdf
https://www.leydenacademy.nl/wp-content/uploads/2019/10/Rapportbeeldvormingvanouderen2019.pdf
Whitepaper.
Onlangs presenteerde Ouder Worden 2040 het whitepaper ‘Gewaardeerd en betekenisvol, het hele leven lang’. De analyse van de beeldvorming van oudern is voor een groot deel gebaseerd op het onderzoek van Lindenberg (2019) van Leyden Academy on Vitality and Ageing met hier en daar een toevoeging uit andere literatuur. Het is mooi en degelijk overzicht met interessante verwijzingen. Kort samengevat: mensen maken standaard gebruik van beeldvorming als het gaat om benadering van groepen. Men scheert leden van een groep nu eenmaal graag over één kam. Dat is gemakkelijk en misschien wel noodzakelijk in het intermenselijk verkeer. Bij de groep ouderen is de algemene beeldvorming negatief.
Twee dimensies
Waarom negatief? Er zijn in principe twee dimensies te benoemen in de beeldvorming over ouderen: competentie en warmte. Competenties staan voor ambitieus, energiek, vaardig en zo meer. Warmte staat onder andere voor vriendelijk, wijs, loyaal en zo. Bij het ouder worden nemen de competenties af en de warmte toe. Helaas wordt competentie in onze economische, kapitalistische samenleving hoger gewaardeerd. Wat over blijft is een negatief beeld van de oudere als stereotype. Plat uitgedrukt: ze zeuren, ze kunnen niets meer bijdragen, ze zijn afhankelijk en een grote kostenpost. Bovendien vinden ze er zelf ook niks meer aan.
Oplossing
Als belangrijke oplossingsrichtingen worden genoemd: meer aandacht voor de diversiteit van de groep. Ander woordgebruik, bijvoorbeeld: spreken over ouderenwelzijn i.p.v. ouderenzorg. Meer contact tussen generaties. Een betere positie op de arbeidsmarkt voor ouderen. Interventies in het onderwijs. En uiteraard een maatschappelijke dialoog.
Er mist iets
Een interessante analyse en zinvolle oplossingen. Maar toch knaagt er iets bij het lezen van deze ideeën. Er mist iets. Een gevoel dat je kan hebben bij zo’n oude aflevering van Hercule Poirot, als je halverwege de film het gevoel hebt dat je de dader al in de smiezen hebt… je weet dan ook meteen dat het niet klopt, dat je de plank mis slaat. Het gaat te makkelijk, er wordt iets over het hoofd gezien….
Haakje
Het eerste wat dat gevoel oproept is de aanname dat stereotypering bij leeftijdsidentiteiten hetzelfde werkt als bij andere groepsidentiteiten, zoals bij etnische, religieuze of gender groeperingen. Maar is dat wel zo? Bij de ouderen en het ouder worden hebben we te maken met twee bijzondere zaken. Ten eerste: er is een intense relatie tussen ouderen en andere leeftijdsgroepen. Iedereen is nu eenmaal kind en kleinkind en het merendeel van de ouderen is vader (opa) of moeder (oma)! Als er ergens intergenerationeel contact is, dan is het tussen de leeftijdsidentiteiten. Het tweede bijzondere: iedereen heeft de overgang naar deze groep in het verschiet, onontkoombaar. Stel je voor dat zoiets bijvoorbeeld bij etnische groeperingen zou voordoen: dat er een intense ouder-(klein)kind relatie zou zijn met de andere etnische groep en dat iedereen geleidelijk aan overgaat in de andere groepering. Zou dat niet een bijzonder effect hebben op de beeldvorming en beleving van de andere identiteit? Dit feit kan niet worden genegeerd.
Derde levensfase
Het tweede wat de wenkbrauw doet fronsen is het pleidooi om het onderscheid tussen de derde en vierde levensfase niet te expliciet te benadrukken. Dat zou een negatief effect kunnen hebben op de maatschappelijke waardering van de vierde levensfase. Qua beeldvorming is het mogelijk een goed idee om daar wat voorzichtig in te zijn. De groep ouderen is divers en deze diversiteit kan helpen om de negatieve beeldvorming op ouderdom te doorbreken. Dat is zeker zo. Maar in de benadering van de groep zelf, wat ook een belangrijk onderdeel zal zijn op weg naar een positieve beeldvorming, is het onderscheid tussen deze twee levensfasen cruciaal om iets te bereiken. Een algemene boodschap zal beide groepen missen. Dat lijkt op een heus dilemma.
Arbeidsparticipatie
In de oplossingen wordt een belangrijk deel ingeruimd voor langdurigere arbeidsparticipatie, vrij te vertalen als langer doorwerken. Daarbij is de houding van de werkgever als belangrijk mikpunt genoemd alsook ondersteuning bij het vinden van een nieuwe baan bij werkloosheid. Het is jammer er geen aandacht wordt besteed aan een ander carrière-einde. Stel je voor dat mensen van 60+ een keuze zouden kunnen maken om hun carrière langzaam af te bouwen in het sociale domein, (zie ook: https://jongeouderen.nl/sociale-senioren/ ) dan kunnen er nieuwe gewaardeerde rollen ontstaan. Naast arbeidsparticipatie zou dus een ander carrière-einde ook een positieve bijdrage kunnen leveren aan beeldvorming van ouderen en ouderdom.
Ouderen zelf
Als vierde trigger voor het gevoel dat er iets wordt gemist is het feit dat in de oplossingen de rol van de ouderen zelf, met name de groep in de derde levensfase, niet wordt genoemd. Te meer omdat in het onderliggende onderzoek van Lindenberg hier wel expliciet over wordt gesproken. Een gewaardeerde rol voor ouderen wordt snel vertaald als arbeidsparticipatie. Maar misschien zijn er nieuwe, nog te ontdekken, maatschappelijke rollen voor de ouderen in de derde levensfase weggelegd als antwoord op vergrijzing. Misschien moeten die ouderen zelf die rollen gaan vinden en invullen, in eigen wijk en buurt en ligt daar een belangrijke taak voor ouderen zelf om zo te werken aan een positieve beeldvorming. Initiatieven om ouderen in de derde levensfase te inspireren om dat onontdekte terrein te onderzoeken zouden ook zeker een plaats moeten krijgen in de mogelijke oplossingen.
Dialoog
Het idee dat deze zaken worden gemist kan natuurlijk een misvatting zijn Mogelijk zijn ze wel genoemd, maar zijn ze onderdeel van een groter geheel. Zeker is dat er nog veel onderzoek moet worden gedaan naar de manier waarop de rol van ouderen in onze samenleving en de beeldvorming daarover kan worden verbeterd. Evident is ook dat zij daar zelf bij betrokken moeten worden. Sterker nog, dat zij moeten worden geïnspireerd om daar zelf in voorop te gaan. Dat ontbreekt vooral in de richtingen die in het whitepaper worden aangegeven en die constatering is wellicht meteen een goede voeding voor de zo gewenste maatschappelijke dialoog.
JongeOuderen.nl
Mei 2023