Selecteer een pagina

Vergrijzing vraagt nieuwe vorm van preventie

(Dit is een inzending van JongeOuderen.nl in een challenge van Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen. Helaas niet in de prijzen gevallen).

De vergrijzing van de samenleving leidt tot grote uitdagingen. Het huidige denkkader, met de focus op de kwetsbare ouderen, is niet langer houdbaar. Vergrijzing moet worden gezien als een blijvende maatschappelijke verandering die vraagt om een nieuwe maatschappelijke inrichting. De mensen in de derde levensfase spelen in die nieuwe inrichting een cruciale rol. Dit opent een geheel nieuw werkterrein in de preventieve gezondheidszorg, gericht op het mobiliseren van deze doelgroep en hen te equiperen, te begeleiden en inhoudelijk te ondersteunen in hun rol.

De tijd is rijp

Het is 1863. In “De Gids” beschrijft dokter Coronel, de grondlegger van de bedrijfsgezondheidszorg, de textielarbeiders in Hilversum. Ze zijn uitgemergeld en zo hongerig dat ze het zetmeel papje opeten dat wordt gebruikt om de textielvezel te beschermen. In een reactie besluiten de bazen om het papje met gif te vermengen, om zo paal en perk te stellen aan het gedrag van de arbeiders.

Oud-Nieuw

Deze anekdote laat een voorbeeld zien van een oud denkkader dat niet meer past bij een nieuwe tijd. De opstelling van deze ‘textielbaronnen’ is niet lang houdbaar. Twintig jaar later besefte Philips dat een positieve aandacht voor het welzijn van de arbeider veel meer oplevert. Er kwam een ‘Ziekenpot’, een Geneeskundige Dienst, een Pensioenfonds, een muziekcentrum, zelfs hele dorpen werden gebouwd. Op enig moment dwingt de situatie een andere benadering af en wordt de basis gelegd voor een grote verandering.

Vergrijzing

Zo’n andere manier van denken is in deze tijd nodig omtrent de vergrijzing van de samenleving. Eerst maar even de feiten. Er is sprake van een dubbele vergrijzing in veel Nederland. Het aantal ouderen groeit sterk als gevolg van de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog en tegelijkertijd leeft men ook veel langer. Het aandeel kwetsbare ouderen groeit ook gestaag in de komende jaren. Een belangrijk kengetal dat de impact op de samenleving uitdrukt is de ‘grijze druk’. Dit is de verhouding van het aantal gepensioneerden ten opzichte van het aantal werkenden. Deze druk is momenteel rond de 30% en die stijgt naar rond de 50% in 2040. Dan wordt elke werkende ’s morgens uitgezwaaid door ongeveer één gepensioneerde! Gelukkig zakt dit percentage daarna weer iets, maar blijft stevig boven 40% tot ver in 2100!

Vraagstukken

Als gevolg van de vergrijzing ontstaan er vraagstukken en uitdagingen waar aandacht voor wordt gevraagd. Bijvoorbeeld: hoe kunnen we de zorg organiseren voor deze grote en groeiende groep kwetsbare ouderen? Er is nu al een groot personeelstekort en dat zal, volgens formele ramingen, gaan oplopen naar een tekort van meer dan 135.000 mensen in 2031, het merendeel in de verpleeghuiszorg. Een ander voorbeeld is het vraagstuk met betrekking tot ‘wonen’. Gaan we nu langer thuis wonen of juist verhuizen? Zijn er genoeg plekken voor kwetsbare ouderen of ouderen met een tijdelijke gezondheidsdip? Zijn onze wijken wel ingericht voor grote groepen ouderen?

Naast wonen en zorg is de betaalbaarheid van al deze inspanningen natuurlijk een belangrijke kwestie. De studie van het CPB ‘Zorgen om morgen’ laat zien dat vergrijzing vanaf 2025 zorgt voor een jaarlijks begrotingstekort van 16 miljard euro. Alleen op overheidsvoorzieningen, zorg en sociale zekerheid. Het spannende aan deze berekening is dat er relatief steeds minder mensen zijn die het op moeten brengen, dat er wellicht ook nog andere kosten zijn én dat deze scheve verhouding misschien wel honderd jaar gaat duren! Het is geen tsunami die we even moeten uitzitten, het is een serieuze zeespiegelstijging.

Denkkader.

De huidige manier van het denken over ‘vergrijzing’ kan als volgt worden samengevat: hoe gaan we om met de groeiende groep kwetsbare ouderen? Deze denkwijze manifesteert zich bijvoorbeeld in de politieke akkoorden, zowel van oppositie als van coalitie. Daar komt het woord vergrijzing letterlijk niet in voor. Het fenomeen wordt simpelweg gekoppeld aan de thema’s Zorg en Wonen. Men streeft immers naar een menswaardig bestaan, voor iedereen en dus ook voor de ouderen.

Dezelfde benadering is ook te lezen in de visie van de ouderenorganisaties. Zij roepen op om integraal en domein overstijgend na te denken over ….. wat senioren nodig hebben! Dat is uiteraard voor deze organisaties een logisch streven maar het geeft tegelijkertijd de beperkte benadering van het fenomeen vergrijzing weer. Het is, met excuus voor de platte vergelijking, alsof het klimaatprobleem, terug gebracht wordt naar de vraag: wat te doen met de groep mensen die niet zo goed tegen die warmte kunnen?

Anders denken

Deze beperkte benadering is niet langer houdbaar. De problematiek als gevolg van de vergrijzing van onze samenleving overstijgt de vraag: wat doen we met de ouderen? Het gaat over: een ongekende, blijvende, grote verschuiving in de maatschappelijke verhoudingen tussen jong en oud, met een impact die iedereen raakt en die het actief werken aan een andere inrichting van onze samenleving noodzakelijk maakt.

In dit bredere denkkader blijven de eerder genoemde vraagstukken als zorg en wonen uiteraard bestaan, maar krijgen een andere benadering. Het thema wonen is niet langer meer beperkt tot de woon-zorg kwestie voor kwetsbare ouderen. Het gaat ook over een nieuwe inrichting van de woon carrière, de doorstroming op de woningmarkt, de woonbeleving van iedereen in de wijk of buurt. Over nieuwe woonvormen, ook voor jonge ouderen, zonder een zorg component. En over ‘voorsorteren’ voor later, over anders samen leven.

Arbeidsmarkt

Het vraagstuk van de arbeidsmarkt is vanuit deze nieuwe benadering niet beperkt tot het capaciteitsprobleem in de zorg. Een voor de hand liggend onderwerp is ook het carrière-einde. Waarom zo rigoureus stoppen rond de 65 jarige leeftijd? De meesten halen het niet of met veel moeite. Waarom niet al eerder iets anders doen, iets ‘maatschappelijks’? Iets waarmee iemand ook na 65 jaar mee door kan gaan omdat het gewoon leuk is om te doen? Ook de vraag of vrijwilligerswerk nog wel bij deze tijd past kan worden gesteld. Waarom wordt de belangrijkste taak in de zorg, het hebben van menselijk contact, momenteel vooral uitgevoerd door vrijwilligers, gewaardeerd met een jaarlijks bosje bloemen, terwijl er tegelijkertijd miljarden worden geïnvesteerd in een robot die nog moet leren praten? Een geleidelijke afbouw van de werkzame periode, in de vorm van betaald en leuk werk in een maatschappelijke context is wellicht ook een antwoord op de vergrijzing. De tijd is rijp om daar over na te denken.

Cohesie

Andere belangrijke aandachtsgebieden komen in deze brede benadering ook in het vizier. Bijvoorbeeld het thema van sociale cohesie. Een gelijkwaardige positie van jong en oud is helemaal niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Tijdens de pandemie werden de eerste scheuren zichtbaar. Men sprak van ‘dor hout’, de term ‘OK-Boomer’ heeft zijn grappige betekenis verloren en er wordt gediscussieerd over een andere stemverhouding tussen jong en oud bij verkiezingen. Het is niet voor niets dat de WHO ‘leeftijdsdiscriminatie’ als een van de grootste gevaren voor onze toekomst bestempelt. Ook hier is werk aan de winkel.

Antwoorden

Een andere, bredere benadering van het concept vergrijzing biedt ook uitzicht op andere antwoorden en kansen. In de beperkte benadering van: “hoe gaan we om met de groeiende groep kwetsbare ouderen” ligt de belangrijkste rol bij de werkenden in het sociale domein, samen met vrijwilligers en mantelzorgers. In de benadering gestoeld op de gedachte van een ingrijpende maatschappelijke verschuiving die een nieuwe inrichting vraagt, zal iedereen moeten worden uitgedaagd om een rol te spelen.

Voor de jong volwassenen in de eerste levensfase zou een inzet in de vorm van een serieuze maatschappelijke dienstplicht, gericht op de maatschappelijke effecten van vergrijzing, helemaal geen gekke gedachte zijn. Dat de werkenden, in hun tweede levensfase, betrokken zijn is evident. De rol van de mensen uit de vierde levensfase, waarin mensen kwetsbaar en afhankelijk zijn, zal vooral liggen in betrokkenheid en de veranderingen in de wensen en eisen.

Rol

Cruciaal wordt de rol van de mensen in de derde levensfase, de actieve en vitale ouderen. In die levensfase vindt sowieso een grote maatschappelijke verandering plaats. Het is inmiddels een lange en serieuze levensfase geworden, voor veel mensen meer dan twintig jaar. Een fase die in tegenstelling tot andere levensfasen, maatschappelijk nauwelijks voorbereiding of invulling kent. Zoals het rapport: “Het geschenk van de eeuw” van het RVS het mooi omschrijft: het is een fase die een duidelijk maatschappelijk profiel verdient. Voilà, daar ligt een kans, vooral ook omdat het meer dan drie miljoen mensen betreft in 2040, met andere woorden: een geringe plus in de inspanning vanuit deze grote groep heeft direct een groot effect.

De rol van de mensen in de derde levensfase in het antwoord op de vergrijzing is tweeledig. Enerzijds gaat het om hun eigen bewuste voorbereiding op later. De wijze waarop de derde en vierde levensfase verloopt is namelijk voor een deel afhankelijk van keuzes die mensen, bewust of onbewust, maken of niet maken. Die keuzes liggen op een negental aandachtsgebieden: wonen, financiën, leefstijl, mobiliteit, participatie, uitdaging, veiligheid, sociale netwerk en de balans tussen in- en ontspanning. Er is helaas maar een kleine groep die hier bewust mee omgaat. Daar is veel te winnen Anderzijds gaat om het enorme potentieel aan menskracht, denkkracht en levenswijsheid dat deze groep in zich heeft. Die kan planmatig worden ingezet als antwoord op de impact die vergrijzing heeft in de directe woonomgeving.

Nieuw werkterrein

Als de mensen in de derde levensfase de hiervoor geschetste rol oppakken, ontstaat er een nieuwe vorm van preventie. De focus ligt immers veel eerder en breder. Het gaat bijvoorbeeld niet om het bezoeken van eenzame mensen, maar over het versterken van sociale netwerken in een eerder stadium. Niet over een advies over de traplift, maar over tijdig nadenken hoe je later wilt wonen. Geen valpreventie, maar behoud van vitaliteit.

Wellicht zullen mensen in de derde levensfase geleidelijk aan deze rol meer en meer gaan oppakken, maar dat gaat niet vanzelf en nooit snel genoeg. Goed beschouwd ligt hier een nieuw werkterrein voor de preventieve gezondheidszorg. Professionals en wetenschappers van bijvoorbeeld GGD of RIVM kunnen aan de slag gaan met de vraag: hoe kan deze groep worden gemobiliseerd en geëquipeerd om de geschetste rol op te pakken en hoe kan dat inhoudelijk worden vormgegeven? Hoe kunnen projecten in wijken en buurten worden opgezet met deze vorm van preventie als doel?

Zoals in 1863 de focus op de arbeider van dokter Coronel de basis legde voor de preventieve bedrijfsgezondheidszorg, zo lijkt de tijd nu rijp voor een eerste stap naar professionele, planmatig opgezette preventie inzake de vergrijzing met daarbij de focus op de jonge ouderen. Zo kan ook hier een andere manier van denken een grote verandering te weeg brengen.

JongeOuderen.nl

Juni 2022