Selecteer een pagina

Doelgroepen

In beleid en aanpak van de problematiek van de vergrijzing is het onderscheid tussen de derde en vierde levensfase van grote waarde. Het is de scheidslijn tussen zorg en preventie, tussen hulp bieden of inspiratie. Het benoemen van een nieuwe groep binnen de derde levensfase kan een waardevolle toevoeging zijn.

 

Een pot nat.

“Let op: niet alle ouderen zijn hetzelfde”. Of het nu gaat om de doorstroming op de woningmarkt, de ouderenzorg, de preventieve acties op het gebied van gezondheid: altijd komt deze opmerking of tip wel ergens te voorschijn. Het is een waarheid als een koe en een die niet alleen voor ouderen opgaat natuurlijk. “We are all individuals”, was de mooie quote die in de film ‘Life off Brian’ (Monty Python)  viel op te tekenen, toen de hoofdrolspeler van een meute volgers af wilde schudden. Het werd per direct een nieuwe leus die massaal werd gescandeerd.

Doelgroepen

Toch zijn er goede redenen om de grote groep ouderen in te delen in verschillende doelgroepen. In de benadering kan dat namelijk helpen om de boodschap goed te laten landen. Marketeers verzinnen dan ook mooie namen voor diverse typeringen: Oudere Jongeren, Krasse knarren, Golden Girls, Eenzelvigen, Wereldse Genieter, Geranium Genieters, Oudere Afwachtenden, Stoere Prijsbewusten, Behoudenden Zorgzamen, Jongere Ruimdenkers, Vrijgevochten doorlopers en zo voort.

Duidelijk

De indeling naar de derde en vierde levensfase, respectievelijk de vitale en actieve ouderen tegenover de kwetsbare en afhankelijke ouderen is de laatste jaren meer en meer ingeburgerd. Het is geen onderscheid op leeftijd, maar gaat veel meer over de wijze van ‘in het leven staan’. Op zich zelf is het een goed werkbaar onderscheid in de benadering van de ouderen in de context van de vergrijzingsproblematiek, namelijk: mensen in de vierde levensfase worden benaderd vanuit de gedachte van zorg en ondersteuning, die van de derde op basis van preventie en het stimuleren van zelfregie.

Nuance

Over elke scheidslijn valt wel weer wat te zeggen. De nuance gaat eigenlijk per definitie weg bij het benoemen van een doelgroep. Deskundigen in het veld van het vrijwilligerswerk geven bijvoorbeeld aan dat het onderscheid tussen de vitale ouderen die hulp bieden en de hulpbehoevenden de werkelijkheid verkeerd weergeeft. (Zie ook  https://jongeouderen.nl/vrijwilligerswerk/ ). Zo is er  altijd discussie mogelijk over de grenzen die worden bepaald en natuurlijk zijn er ook Krasse Knarren die tegelijkertijd Golden Girls zijn, of Geranium genieters die best wel Stoer en Prijsbewust zijn.

Zoekende

Zo zou ook de groep ouderen die zich in de derde levensfase bevindt, in het kader van een zinvolle benadering, beter nog verder kunnen worden opgesplitst. Er is in deze groep namelijk een groep mensen die zoekende zijn en er is een groep die het wel heeft gevonden of helemaal geen zin heeft om überhaupt op zoek te gaan.

De zoekenden zijn naar onze inschatting in de meerderheid. Zeker als de sluier van het ‘verplicht genieten’ even wordt opgetild en als de sfeer die Amerikaanse folkzanger John Prine in zijn prachtige nummers  Angel of Montgommery en Hello, its me een beetje doorsijpelt in het dagelijkse bestaan. Het zijn zoekenden, maar niet in de negatieve betekenis van mensen die de weg kwijt zijn of depressief. Zij zoeken naar een mooie invulling van de levensfase, zij verlangen naar ‘gezien worden’, zij hebben vragen over allerlei zaken die met het ouder worden te maken hebben. Ze zijn na het drukke werkzame leven in een keer in een nieuwe wereld terecht gekomen en hebben niet zo’n goed idee waar naar toe. ‘Kan ik wel tegen die stilte?’ ‘Hoe vind ik een nieuwe invulling of een nieuw ritme in het leven?’ ‘Hoe zit het eigenlijk financieel als ik alleen kom te staan?’ ‘Hoe moet dat met het wonen?’ ‘Hoe houd ik een beetje contact met andere mensen?’ ‘Hoe blijf ik een beetje bij met alles?’ “Wordt er nog wel rekening met mij gehouden?’ ‘Zit ik niet in de weg?’

Mooi

Wat zou het mooi zijn als deze groep zoekenden meer met elkaar in contact zou kunnen komen, bijvoorbeeld in buurt of wijk. Als zij de verhalen van hun zoektocht meer zouden kunnen uitwisselen en als zij in contact zouden kunnen komen en zich kunnen laten inspireren door de mensen die al een route gevonden hebben.

Misschien is het in de benadering van mensen in de derde levensfase, in beleid en in aanpak, slim om vooral te zoeken naar deze groep om daarmee de tip die Prine geeft aan het einde van Hello, in there, gestalte te geven.

So if you’re walking down the street sometime
And spot some hollow ancient eyes
Please don’t just pass ‘em by and stare
As if you didn’t care,

But say, “Hello in there, hello”

 

JongeOuderen.nl

September 2021