In het carrière-einde ligt soms een mooie win-win-win kans!
Eerste kans
Jonge ouderen vormen een belangrijk antwoord op de vergrijzing van de samenleving. Zij kunnen zich goed voorbereiden op later en zij vormen een groot maatschappelijk potentieel om de gevolgen van vergrijzing te bestrijden. De eerste grote kans die zich aandient in deze gedachte ligt in de eindfase van het werkzame leven.
Pensioengerechtigd
Tot enkele jaren geleden was er een strakke grens voor: op 65-jarige leeftijd stopte de Nederlander met werken en ging ‘trekken van Drees’. Tot 2005 was vervroegd uitreden nog mogelijk, maar sinds die tijd was 65 toch wel de norm. Door de vergrijzing werd dat vaste moment onhoudbaar en is dat in 2013 losgelaten. Een geleidelijke stijging naar 67 jaar is ingezet en vanaf 2023 zal de eindleeftijd voor de werkzame periode gekoppeld worden aan de levensverwachting. Volgens experts is dit een noodzakelijke ontwikkeling want er komen niet alleen meer pensionado’s, maar ze leven ook langer. Dat betekent iets langer wachten voordat, zoals ze in Brabant zeggen, de gróóóte vakantie aanbreekt: de tijd dat ‘niks meer moet’, lekker met de hond wandelen, die ene mooie reis maken en alle tijd hebben voor vrienden en familie.
Nuance
In de praktijk van alle dag ligt het voor heel veel mensen veel genuanceerder. In de fysiek en mentaal belastende beroepen is men meestal eerder klaar. Wie haalt in bijvoorbeeld het onderwijs de 67 jaar ? In hoeveel bedrijven zitten ze niet met de 60 plussers in hun maag? Ook in de kader functies zijn ze soms te ouderwets, kennen geen moderne managementstijlen, hebben moeite met moderne media en hebben dezelfde mooie plannen al drie keer voorbij zien komen en hebben daar dus geen zin meer in. Overigens is er ook een andere kant in de nuance: de mensen die gewoon willen (of moeten) doorwerken en die pas stoppen als magere Hein langs komt of als het echt niet meer kan.
Derde levensfase
Voor de mensen die een moeizaam carrière-einde hebben begint de derde levensfase qua beleving dus eerder dan het moment van stoppen. Het werk biedt geen identiteit of ambitie meer, er is geen uitdaging en zeker geen basis voor enige levensvreugde. Eerder het tegengestelde: het moet simpelweg nog voor het geld.
Win-Win-Win
In deze fase ligt een kans voor open doel. De vervelende eindsprint met een abrupt einde zou plaats kunnen maken voor een tijdige, gezamenlijke zoektocht naar een nieuwe rol. Iets wat veel mensen later toch willen gaan doen, maar dan staan ze er alleen voor en komt het er niet echt meer van. Misschien een rol met minder verantwoordelijkheid, misschien op een andere plek, maar wel met een nieuwe uitdaging en het gevoel van waardering. Het is zeker denkbaar dat zo’n periode kan door lopen ook na de pensionering, want als mensen een gewaardeerde rol ervaren willen ze die graag behouden.
Met deze opzet is er iets te winnen voor de werkgever, want die zit met een vermoeide en chagrijnige medewerker met kans op verzuim. Het is zeker ook denkbaar dat bedrijven met deze groep medewerkers onderling expertise kunnen uitwisselen of dat grote bedrijven MKB bedrijven zouden kunnen ondersteunen en zo voort. Er is een win voor de werknemer die graag een oplossing ziet, maar geen uitweg heeft en, zoals gezegd, misschien doet hij een goed idee op dat hij kan doorzetten ook na de pensionering. En er is maatschappelijke winst, want er wordt geen beroep gedaan op allerlei oneigenlijke regelingen. Bovendien is het denkbaar dat de expertise en energie van de medewerker kan worden ingezet in een maatschappelijke context.
Hoe dan?
Bedrijven zouden, samen met sectoren-branches-regionale samenwerkingsverbanden, het initiatief hierin kunnen nemen. Zij zouden met elkaar en met lokale instellingen mogelijkheden kunnen onderzoeken van uitwisseling, benodigde expertise, aanwezige expertise enzovoort. Zij zouden met elkaar een soort regionale expertise-pool kunnen organiseren.
Arbodiensten zouden een dienstverlening kunnen ontwikkelen in de vorm van gespreksopzet en voorlichting. Let wel: dit is geen Pensioen-in-Zicht-verhaal, een loopbaangesprek of een demotietraject. Het is ook geen vrijblijvende voorlichting over de pensioenperiode. Het gaat hier over een geheel nieuw idee, waarin samen wordt gewerkt aan een mooi overgang gedurende een langere periode van het werkzame leven naar de derde levensfase.
Kan het?
Het gesprek aangaan kan altijd en kan al veel helderheid verschaffen. Minder werken, anders werken, anders betaald werken: ook dat is meestal wel te regelen. Daarover zijn al allerlei afspraken gemaakt of wordt inmiddels over gesproken. De koppen bij elkaar steken, bijvoorbeeld regionaal waarbij bedrijven en instellingen uitwisseling mogelijk maken, kan ook. Die gremia bestaan al, alleen niet met dit onderwerp als thema. Het is sowieso het proberen waard. Het is beter dan met elkaar een hopeloze eindfase door worstelen, waarna de medewerker in de derde levensfase zelf een gewaardeerde rol moet zoeken. Een beetje ondersteuning, voorlichting en coaching daarbij is helemaal geen gekke gedachte, zeker niet als iedereen daar een voordeel uit kan halen.
Kans
Uiteraard zijn er ook veel mensen die geen hulp nodig hebben, die vreugdevol de laatste periode afmaken en het daarna prima zelf uit kunnen zoeken. Maar dat blijkt snel uit een gesprek of tijdens een voorlichting. In het kader van beter voorbereiden op later en meer benutten van het potentieel van de jonge ouderen inzake vergrijzing, ligt hier in ieder geval een grote kans die het onderzoeken waard is. Wie grijpt deze kans?
JongeOuderen 2021